Het Friese paard

Uitleg Stamboek

Diep zwart, lange manen, ruime en verheven gangen, het Friese Paard.
Naast dit prachtige, imposante en elegante uiterlijk heeft dit paard nog enkele opmerkelijke kenmerken.
Een gouden karakter, gemakkelijk te gebruiken, enorm leergierig en een paard dat ook zeer intelligent is.

Het gebruik van het Friese paard varieert van recreatief tot deelname tot de hoogste klassen in de competitiesport. Dressuur, mensport samengestelde wedstrijdsport en endurance behoren tot de
disciplines waarin het Friese paard wordt uitgebracht. Sinds enkele jaren lopen de Friezen mee aan
de top van grote dressuurwedstrijden.

De fokkerij van Friese paarden heeft hoge eisen gesteld aan vitaliteit, vruchtbaarheid en de afwezigheid
van erfelijke afwijkingen.

In België hebben de eigenaars van Friese paarden zich sinds 1985 verenigd in de vzw Belgisch
Stamboek van het Friese paard. (BSFP) Op 10 september 1995 werd het Belgische stamboek
officieel erkend als dochterstamboek van het Nederlandse moederstamboek van het Friese paard.
Het Belgische stamboek werd daarmee het eerste buitenlandse stamboek dat deze erkenning heeft
gekregen. Op 13 augustus 2007 is het stamboek ook officieel erkend door het Vlaamse Ministerie.

Het stamboek organiseert jaarlijks fokdagen waar de Friezen gekeurd en geprimeerd worden.
Daarnaast heeft het stamboek ook een studieclub die tijdens de wintermaanden vergaderd en enkele
thema’s uit de fokkerij grondig bespreekt.
Natuurlijk is er ook jaarlijks de uitstap naar de grote hengstenkeuring van het KFPS in Leeuwarden -
Friesland.

Rasbeschrijving

Het Friese paard stamt af van een zeer oud paardenras, sporen uit de middeleeuwen, verspreid over geheel West-Europa tonen al het bestaan hiervan aan.
In de 16de, 17de eeuw werd dit Oudnederlands ras met Spaanse paarden ingekruist, wat –overeenkomstig met die tijd- voor een typisch ‘barok’ paard zorgde. De paarden konden zware lasten dragen, maar bleven niettemin elegante rijpaarden die ook in de dressuur ingezet werden. 100 jaar later, toen de draverij in Nederland hoog aanzien kende, bleken ze op korte afstanden (300-600m) zeer goede sprinters te zijn.
In de 19de eeuw konden deze paarden in de drafsport echter niet meer concurreren met de snellere Duitse rassen uit dezelfde fokrichting, waardoor de Friese paarden volledig omgefokt werden (hoofdzakelijk door gebruik van Engels bloed).
Het Friese Paard, zoals we het nu kennen, werd in Friesland voornamelijk in de landbouw ingezet, de drassige velden eisten immers een lichter, wendbaarder trekpaard. De grootschalige mechanisatie in de jaren 60 bracht een sterke terugval van het aantal Friese paarden teweeg, maar dankzij de behoudensgezindheid van enkele Friezen bleef het edele ras van de ondergang gespaard. Later kwam er zelfs meer en meer interesse, ook in het buitenland. Met deze opmars werd gefokt naar een eleganter, lichter, mooi gelijnd paard, zoals we het vandaag zien.
Het Friese paard is een vaal- tot gitzwart paard, met kenmerkende lange beharing, opvallend zijn de volle manen, dikke lange staart en royaal kootbehang. Het paard heeft een sierlijk gebogen hals (zwanenhals), waarop een relatief klein doch edel hoofd rust. De borst is ruim, De schouder lang. De schoft sluit vloeiend aan bij de sterke rug. Kenmerkend is de ruime draf, met verheven voorbenen, wat het paard een zwevende gracieuze gang bezorgt.

Mede dankzij z’n uitstraling en veelzijdigheid komt men vandaag de dag het Friese Paard overal in heel de wereld tegen, dus ook in België

doaitsen_l